‘We hebben geen auto meer.’
‘Hoezo geen auto meer?’
‘Nu we verhuisd zijn vindt de gemeente vindt dat we de parkeergarage onder ons appartement moeten gebruiken, een commerciële Q-park die € 230,- per maand rekent. Dat vonden we nogal veel, zeker in verhouding tot de gewone bewonersvergunning van zo’n € 8,- per maand als je niet boven een parkeergarage woont. Dus die auto verkocht en nu gaan we verder op basis van deelauto’s die hier overal staan.
We gaan het meemaken.
Dat verkopen was een interessante ervaring. Ik dacht ik doe dat via zo’n verkoopsite, lekker makkelijk. Makkelijk was het ook wel in eerste instantie, je stuurt foto’s per mail, krijgt een bod, accepteert het en brengt je auto weg en ‘flats’, binnen twee dagen staat je geld op de bank.
Je moet hem dan zelf naar zo’n inleverpunt brengen. Dus dat ging ik eens even doen, tevreden met mezelf dat ik zo lekker efficiënt bezig was.
“Aha,’’ zei de juffrouw daar, ‘’u heeft schade niet gemeld.” En ze keek me aan of ik de boel bewust opgelicht had.
Dat irriteerde me. Die auto was acht jaar oud, daar zitten plekjes aan en ik vond het woord schade nogal fors uitgedrukt. Maar zij vond het een serieuze zaak en met een grote frons in haar hoofd ging ze de taxateur op de hoogte stellen van ‘de situatie’. Nou die was ook geschokt en verlaagde na het zien van de foto’s het inkoopbedrag.
Dat irriteerde me nog harder want ik had het niet expliciet gemeld maar alles was zichtbaar op mijn foto’s. Je gaat er vanuit dat mensen kijken toch? Ik had geen zin om die auto weer mee te nemen en weer in de parkeergarage te zetten à € 17,- per dag. Dus ik zei: ‘’Ok’’, en dacht iets lelijks.
Eenmaal thuis bleef ik lelijke dingen denken en besloot mijn gevoel in een mail te verwoorden. Samengevat kwam het erop neer dat ze wat mij betreft niet onder deden voor de eerste de beste louche autohandelaar om de hoek.’
‘Dat hielp zeker wel?’
‘Toen waren zij ook geïrriteerd.
Na twee dagen kreeg ik een mail terug; omdat ik zo lelijk had gedaan gaven ze me de auto terug. Dat was blijkbaar de oplossing om met ontevreden klanten om te gaan. Ik heb ze toen maar eens gebeld en kreeg een volwassen klinkende man aan de lijn die zei dat hij van zijn manager de mail zo had moeten schrijven. Het woord louche had de manager zóóó gekwetst.
Ik zei: ‘’Je begrijpt zelf ook wel dat het volstrekt onmogelijk is om een auto terug te geven na verkoop om niet te zeggen volkomen debiel.’’
‘’Ja, ik vond de mail ook stom’’, zei de volwassen man.
‘’En nu?’’
“Kweenie”, zei hij.
Ik voelde hoe hij zijn machteloze schouders optrok.
We hebben even gezwegen tegen elkaar en toen zei ik: ‘’Nou, fijne dag maar verder.’’
“Ja jij ook”, zei hij opgelucht.
Ik schoot er financieel niks mee op maar ik was toch een beetje bevredigd, ook door de recensie die ik nog even online heb gezet.’
‘Heb je ze weer louche genoemd?’
‘Ja, omdat ik wist dat de manager dan zou flippen.’
‘En jij bent wel volwassen?’
Over
Marga de Waard
Op luchtige toon schrijf ik over universele onderwerpen als liefde, vergankelijkheid en het menselijk tekort. De verhalen zijn soms melancholisch, soms hilarisch, vaak herkenbaar maar altijd relativerend.