Mevrouw van ‘t Sand

Mevrouw van ‘t Sand keek tevreden om zich heen, de tuin was weer prachtig dit jaar! De tuin was haar lust en haar leven. Jaren van trouwe zorg hadden hem veranderd in een ware hof van Eden. De ene bloem was nog mooier dan de andere, alle kleuren op elkaar afgestemd en ieder seizoen kende zijn eigen hoogtepunt. Achterin de tuin had ze een moestuin aangelegd waar kroppen sla van een halve meter groeiden en aardbeien zo groot werden als aardappels. Naast de moestuin lag een kruidentuin met wel tweehonderd verschillende kruiden die ze allemaal bij naam kende. Zelfs de dieren leverden hun aandeel aan de kleurenpracht, de bonte vlinders met hun fragiele vleugels, glanzend gouden torretjes en de dikke geelbruine hommels…
‘Hoe doe je dat toch?’ vroegen mensen haar. ‘Geduld en goede mest’, zei ze dan.
Ze woonde sinds haar geboorte in het huis met de ommuurde tuin. Ze was er opgegroeid en na haar huwelijk was ze er blijven wonen. Haar ouders waren toen al overleden, net voor haar huwelijk, vlak achter elkaar. De mensen hadden medelijden met haar gehad, zo’n jonge vrouw en dan al allebei je ouders verliezen.
Maar het leven met haar man bood afleiding. Ze waren gelukkig, samen werkten ze in de tuin en herstelden het huis in zijn oude glorie. Het was een pareltje geworden met geschuurde houten vloeren, roomkleurige wanden, oude balken in ere hersteld en een prachtige tegelvloer in de keuken. Nee, het was zeker een geslaagd project. Kinderen kregen ze niet maar het huis en de grote tuin vulden de leegte op. Elke zondag gingen ze samen naar een antiekmarkt ergens in het land waar ze allerlei mooie spullen zochten voor in het huis. Zo ging het negentien jaar lang.
Maar toen was hij op een avond naar haar toe gekomen: ‘Ik moet iets vertellen.’ Met tranen in zijn stem zei hij dat hij verliefd was geworden op een andere vrouw tijdens één van zijn dienstreizen.
‘Ik begrijp het ook niet, snap niet hoe het kan, ik vind het zo erg.’
‘Het gaat wel over’, zei mevrouw van ’t Sand en streelde zijn hand.
Maar het ging niet over en drie weken later zei hij dat hij met die andere vrouw verder wilde.
‘Misschien kunnen we het huis verkopen en allebei ergens anders opnieuw beginnen’, opperde hij.
Ze had hem zwijgend aangehoord.
‘We kijken het nog wel even aan’, had ze gezegd.
Twee weken later zaten ze weer tegenover elkaar aan de tafel. ‘Kom, ik zet thee, laten we dit als volwassen mensen bespreken’, had ze tegen hem gezegd. ‘Er is vast wel een mouw aan te passen.’
Hij had dankbaar geknikt en gestameld dat hij het zo erg vond, dit nooit verwacht had en dat ze zo bijzonder was omdat ze het zo goed oppakte.
‘Stil,’ zei ze, ‘laten we gewoon even thee drinken samen, alsof er niets gebeurd is.’
Hij knikte, allang blij met haar milde reactie.
Bij de derde slok begon hij het te voelen, iets raars in zijn hoofd, zijn armen werden zwaar, zijn benen even later ook.
‘Ik voelde me vreemd’, zei hij en keek naar haar.
Ze zat onbewogen naar hem te kijken en hij had het geweten, in één oneindig ogenblik keken ze elkaar nog aan.
‘Hoe kun je’… maar hij kon niet meer praten, zijn lichaam verlamde, spier voor spier. Tot hij dood op de grond viel. Met de kruiwagen reed ze zijn lichaam naar de tuin en te midden van alle bloemen groef ze zijn graf. De hele nacht verplantte ze planten tot er geen spoor meer te vinden was.
Aan vrienden, familie en buurtgenoten vertelde ze dat hij op dienstreis was, naar Amerika, wat vaker voorkwam. Een week later vertelde ze dat hij overboord geslagen was en dat ze naar Amerika vertrok om daar alles te regelen, de begrafenis was daar, dat was praktischer.
De mensen hadden medelijden met haar, zo’n jonge vrouw nog en nu al weduwe.
In het dorp werd later een herdenkingsdienst voor de man gehouden, daarna nam het leven zijn loop.
De bloemen tierden weer welig, de groenten groeiden en de kruidentuin rook heerlijk.
Ze plukte een paar blaadjes munt en maakte thee voor zichzelf. De kruiden hadden haar weer een dienst bewezen. Ze boden een oplossing voor elk probleem, voor haar man en natuurlijk vroeger voor haar ouders.
Tevreden nam ze een slokje thee.

1 gedachte over “Mevrouw van ‘t Sand”

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Over

Foto van Marga de Waard

Marga de Waard

Op luchtige toon schrijft Marga over universele onderwerpen als liefde, vergankelijkheid en het menselijk tekort. De verhalen zijn soms melancholisch, soms ontroerend, vaak herkenbaar maar altijd relativerend.

Eerder verscheen de verhalenbundel ‘Vijftig’ uitgebracht. Tevens is zij oprichtster van dit online Magazine.

Winkelwagen
Scroll naar boven