‘Ik vond zijn lach zo leuk, die hoorde je overal bovenuit’, vertelt Jeanet.
Ze is niet meer zo jong maar de rockchick die ze vroeger was schemert er nog steeds doorheen. Stoere hoge schoenen, spijkerbroek, een zwart shirt en het haar in een lange staart.
Bij Per is de hanenkam van toen vervangen door bijna witte stekeltjes, zijn outfit is basic maar muziek is nog steeds belangrijk, altijd geweest voor hen allebei.
Elke zaterdagavond maken ze samen met vrienden muziek met hun bandje Rockwool in hun eigen muziekfabriek die ze sinds 2004 samen hebben. Ze spelen zonder publiek, gewoon voor zichzelf, omdat de liefde voor muziek zo diep zit.
Ze hebben elkaar voor het eerst gezien tijdens het uitlaten van hun honden, allebei een husky.
Op een dag liep Jeanet met een vriendin haar hond uit te laten in het park en die wees haar op Per die daar toevallig liep. ‘Da’s een type voor jou, die past bij je, beter dan die gozer die je nu hebt.’
‘Nee joh,’ zei Jeanet, ‘die is veel te jong.’
Maar het bleek profetisch van haar vriendin want bijna dertig jaar later zijn ze nog steeds samen. Per had wat later door hoe leuk Jeanet was.
‘Ik was permanent stoned in die tijd, ik zat in mijn eigen bubbel, ik zag niks.’
Jeanet vroeg hem tijdens een praatje bij het honden uitlaten of hij naar haar optreden kwam kijken. Dat deed hij en hij werd totaal verrast.
‘Jeanet stond daar stoer te zingen, in een tutu, speelde elektrische gitaar en ze hield het hele bandje bij elkaar. Ze kon het gewoon! Ik vond haar echt grappig.’
‘Dat optreden was maar net goed gekomen,’ zegt Jeanet, ‘want de drummer had afgezegd en toen liet ook de zanger het afweten. Mijn vriendin die bassist was in de band zei toen: “Als het nu niet doorgaat kap ik ermee.” Ik heb toen binnen een week geleerd om én te zingen én gitaar te spelen want ik wilde per se optreden.’
Dat optreden was de eerste aanzet, al duurde het nog even voor ze een relatie kregen.
Per had tot die tijd nooit echt serieuze relaties. Hij woonde alleen, ging wel met meiden om maar dat liep vaak scheef op een niet gedeelde kinderwens. Hij maakte wel muziek, hij speelde in bandjes als drummer.
’In de jaren tachtig had je de punk en ik vond het geweldig.’
Van het drummen leven was niet te doen, dus had hij allerlei verschillende baantjes of soms een uitkering, tot 2004. In de muziekfabriek vond hij echt zijn draai, net als met Jeanet.
‘Ik vond haar aangenaam en ze vertoonde geen claimend gedrag, dat vond ik fijn’, zegt Per over de begintijd.
Voor Jeanet was Per niet de eerste liefde. Ze was jong getrouwd, wat een zoon opleverde, maar uiteindelijk liep dat spaak. Toen ze in de dertig was ging ze op zichzelf wonen en ging ze voor het eerst bedenken hoe ze haar leven wilde inrichten.
‘Het was wennen, ik moest mezelf ontdekken. Ik ging onder andere de dingen weer oppakken die ik als kind leuk vond, waaronder gitaar spelen.’
Jeanet had een tijd lang bij het bedrijf van haar vader gewerkt, maar ging toen de studie praktisch pedagogisch gezinsbegeleider doen, waarna dat haar werk werd.
Toen Per in haar leven kwam werd het leven nog leuker, mede door hun gedeelde liefde voor muziek.
Het resulteerde in 2004 in hun eigen bedrijf, de Muziekfabriek, waar ze studio’s verhuren aan bandjes om te repeteren. De studio’s zijn gevestigd in het pand waar tot die tijd de machinefabriek van haar vader zat.
‘Mijn ex-man was bedrijfsleider in het bedrijf van mijn vader, door verkoop kwam deze ruimte vrij en hij bood het ons aan. Hij komt hier af en toe een bakkie doen, we dragen elkaar niks na.’
Per en Jeanet zijn altijd samen. Ze wonen én werken samen maar zitten elkaar nooit in de weg.
‘We kunnen samen stil zijn en zijn nog steeds in elkaar geïnteresseerd. En door de jaren heen zijn we steeds meer dingen hetzelfde gaan ervaren’, zegt Jeanet.
‘We hebben het goed samen, we zijn elkaars grote liefde’, vult Per aan.
‘Ik denk weleens: wat dan als ze wegvalt, wat de fuck moet ik dan? Want dit is het leukste wat ik ooit gedaan heb.’
‘Da’s mooi’, zegt Jeanet en glimlacht naar hem.
‘Ik heb een liedje geschreven over onze ontmoeting’, zegt Jeanet op de valreep. ‘Ik was zo verliefd en het is eigenlijk nooit meer weggegaan. Nee, we hebben het goed.’
Per (59) en Jeanet (66)
Over
Marga de Waard
Op luchtige toon schrijft Marga over universele onderwerpen als liefde, vergankelijkheid en het menselijk tekort. De verhalen zijn soms melancholisch, soms ontroerend, vaak herkenbaar maar altijd relativerend.
Eerder verscheen de verhalenbundel ‘Vijftig.' Tevens is zij oprichtster van dit online Magazine.