Marga de Waard

Uit eten

We zitten in een Italiaans restaurant naar elkaar te kijken.
De akoestiek laat een gesprek niet toe, tenzij we schreeuwen, dus we zwijgen.
Naast ons zit een gezelschap van een man of twaalf van wie één man het hoogste woord voert. Hij praat goed hard dus we kunnen hem prima volgen. Waarom het gezelschap met elkaar aan tafel zit is onduidelijk.
De man met de harde stem is om en nabij de vijftig en draagt een donkerblauw overhemd met manchetknopen. Zijn gezicht glimt, net als zijn haar dat strak achterover gestyled is.
‘Kijk, ik ben een gewone jongen die leuk gescoord heeft in de vastgoedbranche, soit. Mooie tijden gekend. Ik heb nu nog een paar pandjes in de stad, en nog een paar in het buitenland, meer niet.

Uit eten Lees verder »

Eetlust

In Engeland, op het Isle of Wight, loopt elke dag op hetzelfde tijdstip een man met een hond. Een man van formaat, dik met een opmerkelijke concentratie kilo’s van zijn borst tot zijn knieën. Daarboven en daaronder is hij bijna schriel wat hem een eigenaardige ruitvorm oplevert.
Zijn hondje heeft de hoop op een leuk leven met rennen en stokken opgegeven en sjokt elke dag dezelfde route met hem mee. Het hondje is ook dik, een treffende uitvoering van een worst op pootjes.

Eetlust Lees verder »

Ideeën

Mijn moeder overleed toen ze vierennegentig was. Ze had vijf kinderen die ze te pas en te onpas kreeg. Iets met ontregelde hormonen en een gebrek aan goede voorbehoedsmiddelen maakte dat mijn oudste zus werd geboren toen mijn moeder achttien was en ik, de jongste, toen ze zesenveertig was. Mijn vader was toen al tweeënvijftig dus ik kan met recht zeggen dat ik oude ouders had.
Ze deden wat ze moesten doen, ze brachten ons groot, maar ik geloof dat ze twee kinderen ook wel goed hadden gevonden. Maar ja, niet klagen maar dragen was het motto van de generatie van mijn ouders.

Ideeën Lees verder »

De leegte

De schemering schoof langzaam de kamer in. Ze hield van dit tijdstip van de dag, het niemandsland tussen licht en donker. Vroeger hield ze van zonlicht maar sinds die ene maandag was het licht te fel.
’s Morgens hadden ze samen ontbeten, buiten. Voor het huis was een klein plaatsje waar precies een tafel met twee stoelen op paste. Zo gauw het weer het toeliet zaten ze daar. Ook die maandag. Ze bespraken de koetjes en kalfjes voor de loop van de dag, niks bijzonders, een paar kleine klusjes en wat boodschappen. Aan het eind van de middag zouden ze hun volgende reis verder uitwerken.

De leegte Lees verder »

Vaarwel

Als je echt niet meer kunt blijven
zeg dan tenminste waar je heen gaat.

Niet omdat ik met je mee wil
of je achterna wil komen.

Vaarwel Lees verder »

Dood van een eigenheimer

Hij gaat dood… mijn vriend Harry.
Hij ligt in een hospice, van honderd naar nul in een week of wat.
Zesenvijftig, da’s geen leeftijd om dood te gaan, dat vond hij zelf ook.
‘Zesenvijftig…dat gaat toch nergens over,’ zei hij, ‘God ziet wat in me, of juist niet dat hij dit doet

Dit verhaal is exclusief voor leden.

Dood van een eigenheimer Lees verder »

Mejuffrouw Janssen

Mejuffrouw Janssen, niemand wist haar voornaam, legde haar haakwerk neer en streek door haar haar. Vandaag was de slager vertrokken uit het dorp.
Mejuffrouw Janssen was achtenveertig jaar en woonde al haar hele leven in het huisje waar ze nu aan tafel zat. Eerst samen met haar moeder maar nu alweer jaren alleen. Ze was nooit getrouwd, nooit verloofd, er was nooit iemand om haar hand komen vragen.

Mejuffrouw Janssen Lees verder »

Mevrouw van ‘t Sand

Mevrouw van ‘t Sand keek tevreden om zich heen, de tuin was weer prachtig dit jaar! De tuin was haar lust en haar leven. Jaren van trouwe zorg hadden hem veranderd in een ware hof van Eden. De ene bloem was nog mooier dan de andere, alle kleuren op elkaar afgestemd en ieder seizoen kende zijn eigen hoogtepunt. Achterin de tuin had ze een moestuin aangelegd waar kroppen sla van een halve meter groeiden en aardbeien zo groot werden als aardappels.

Mevrouw van ‘t Sand Lees verder »

Mevrouw Veenstra

Anna stond in de tuin en keek om zich heen. De lente had de dorre takken al voorzichtig aangeraakt, langzaam werd alles weer groener. Er hing een trilling in de lucht, de aankondiging van het nieuwe voorjaar. Ze was graag buiten, zeker nu de lente in de lucht hing, binnenkort zou de tuin exploderen in alle mogelijke lentebloemen. Ze keek naar haar forsythia, naar de breekbare kopjes van de narcissen en de bibberige halsjes van de sneeuwklokjes.

Mevrouw Veenstra Lees verder »

Naar de Keukenhof

‘Ik was in de Keukenhof.’
‘Echt? Vrijwillig?’
‘Relatief vrijwillig, mijn moeder wilde nog ééén keer in haar leven naar de Keukenhof want daar was ze zevenendertig jaar geleden ook eens met mijn vader geweest. Tegen dat soort emotionele druk ben ik niet opgewassen want het niet inwilligen van de ‘nog ééén keer’ is vast slecht voor je karma.’

Naar de Keukenhof Lees verder »

Winkelwagen
Scroll naar boven