Kast

Jarenlang had hij in de kast gezeten. Jarenlang? Zeg maar gerust zijn hele leven. Ergens diep van binnen wist hij al in de baarmoeder dat hij op jongens zou gaan vallen. Hij wist het haast nog eerder dan dat hij ontdekte dat hij zelf een jongetje was. Bij wijze van spreken dan.
Rare uitdrukking vond hij dat trouwens, ‘in de kast’. Maar zo noemden ze dat kennelijk, want iedereen vond het normaal. Dat zoiets ‘in de kast’ werd genoemd, niet dat hij op zijn eigen geslacht viel uiteraard. Daarom zat hij ook in de kast, omdat de mensen om hem heen dat niet normaal vonden. En die kast zat ook nog eens stevig op slot. Van binnenuit, want hij had hem zelf op slot gedaan. De reacties van zijn omgeving op mensen die al wel uit de kast waren gekomen maakten het ook niet erg aanlokkelijk om zijn eigen kast van het slot te draaien.
Toch werd het geheim hem op den duur een beetje te beklemmend. En hoewel hij het doodeng vond besloot hij om op de avond voordat hij op kamers ging wonen zijn geaardheid te delen met zijn ouders en zijn zusje. Zijn zusje dat hem altijd liep te zieken omdat ze hem vermoedelijk allang doorhad. Wat had hij daar toch een hekel aan. Je zou kunnen stellen dat hij dankzij zijn zusje misschien wel veel langer in de kast had gezeten dan nodig was geweest.
Tijdens het avondeten was het hoge woord eruit gekomen. ‘Papa, mama, Melissa…ik moet jullie iets vertellen. Ik…ik val op jongens, had hij gestameld.
Zijn ouders hadden hem een beetje geschrokken aangekeken, maar er verder het zwijgen toe gedaan. Echter niet Melissa, de draak! Die kon het natuurlijk weer niet laten om hem belachelijk te maken. ‘Hahaha, daar komt ze nou mee, dat weet iedereen toch allang, meid! Dacht je dat we blind waren? Watje!’
Woest was hij geworden, razend, schuimbekkend was hij haar aangevlogen, alle frustraties van al die jaren vonden een uitweg. Zijn vader had hen uit elkaar getrokken en hen als kleine kinderen ieder naar hun eigen kamer gedirigeerd.
Dat had híj weer. Was hij eindelijk uit de kast, zat hij er meteen weer op.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Over

Jan van Vliet

Jan van Vliet

Zijn naam is J. van Vliet. Jan voor intimi, een Rotterdamse dichter. Waarom dichter? Uit noodzaak. Dichter word je niet, dat ben je.
In zijn geval de trotse maker van een tweedelige, in eigen beheer gepubliceerde dichtbundel:
‘Waar het hart klopt’ en Thuishaven’.
In totaal 46 gedichten met bij elk gedicht een lino van Marjon Euser.

Bestel mijn dichtbundel
Winkelwagen
Scroll naar boven