Hans en Caroline

Hans is reclamefotograaf in ruste en Rotterdammer. Dat laatste echter niet van harte.
In de loop der jaren is Hans Parijzenaar in hart en nieren geworden. En je kunt rustig zeggen dat hij zijn liefde voor Parijs te danken heeft aan die andere liefde, Caroline.
Een stukje voorgeschiedenis. Hans is geboren in Rotterdam. Rond zijn dertiende verhuisde hij met zijn moeder naar Frankrijk, omdat zijn moeder trouwde met een Fransman. Hij doorliep in Frankrijk de middelbare school, werd tweetalig opgevoed, kreeg door het huwelijk van zijn moeder zowel de Franse als de Nederlandse nationaliteit en bracht in Frankrijk zijn vormende jaren door.
Toen het bergafwaarts ging met het huwelijk van zijn moeder en stiefvader keerde hij met zijn moeder terug naar Rotterdam en moest hij vervolgens in militaire dienst.
Daarna ontdekte Hans al snel dat een leven op kantoor niets voor hem was. Hij belandde in de horeca, waar het hard werken, maar ook goed geld verdienen was.
Al met al duurde het tot begin jaren 80 voor Hans besloot om fotografie te gaan studeren. Naast studie en stages bleef hij bijverdienen in de horeca om uiteindelijk voor zichzelf te kunnen beginnen als reclamefotograaf. Hans huurde zijn eerste fotostudio in Delft, kreeg steeds meer werk en grotere opdrachten en huurde uiteindelijk een grote fotostudio in het Diepeveengebouw, een monumentaal pand in Rotterdam-West. Ook verhuisde hij naar een woning op de Westersingel in het centrum van Rotterdam. En eigenlijk is dat waar het verhaal begint. Het verhaal over de liefde voor een vrouw en voor een stad.
‘Caroline woonde in Parijs, maar ik heb haar leren kennen in Rotterdam. Haar opa had een antiquairszaak op de Westersingel. Ze had een Franse moeder en een Nederlandse vader en zodoende kwam ze af en toe in Nederland op bezoek. Ik heb haar voor het eerst ontmoet in een Rotterdamse kunstgalerie en daar raakten we met elkaar in gesprek. Bij die eerste ontmoeting was er meteen een enorme klik. We hebben honderduit gekletst, tot diep in de nacht, over kunst, cultuur, onze jeugd, noem maar op. We raakten niet uitgepraat en ik merkte toen ook hoe fijn ik het vond om weer Frans te kunnen spreken. En Caroline vond het vanwege haar achtergrond fijn om een Nederlander te leren kennen. Zij wilde op haar beurt graag Nederlands met mij praten om zo een beetje die taal te leren, want haar vader had dat nooit nodig gevonden. Ook dat schiep een band.
We zijn al snel met elkaar gaan afspreken. Ik ging af en toe naar Parijs, Caroline kwam af en toe naar Rotterdam, maar gaandeweg ging ik steeds vaker haar kant op. Ik was wel vaker in Parijs geweest, maar vooral als toerist. Ik had nog geen bijzondere band met de stad, maakte er geen deel van uit. Maar Caroline was een geboren Parisienne met een enorme passie voor haar stad. Ze was opgeleid aan de Sorbonne Universiteit, wist alles van de geschiedenis van Parijs. Door onze wandelingen leerde ik de stad steeds beter kennen en ging ik me er ook steeds meer thuis voelen. Caroline wist bij elk gebouw wel een verhaal te vertellen, ik leerde hoe de Parijse metro werkte en langzamerhand groeide zowel mijn liefde voor Caroline als mijn liefde voor Parijs. Na ongeveer een jaar ben ik bij haar gaan wonen. Omdat ik op dat moment geen werk had in Parijs, had ik doordeweeks de tijd om op eigen houtje de stad te doorkruisen. Ik ben Parijs letterlijk arrondissement voor arrondissement gaan verkennen. In de weekends trokken we er dan samen op uit. Caroline wilde me alles over haar stad vertellen en ik zoog het allemaal gretig in me op.
We hebben nog een paar maanden fietstochten georganiseerd voor Nederlanders in Parijs. Caroline zocht dan de plekken en de route uit en ik kon als gids in het Nederlands de verhalen vertellen die ik van Caroline had gehoord. Caroline werkte op een advocatenkantoor bij de Place de la Madeleine en tussen de middag spraken we dan af om uitgebreid te lunchen. Ik kwam er achter dat je daar in Parijs rustig twee uur de tijd voor kon nemen, waar je in Nederland doorgaans in een half uur je boterhammen naar binnen propte. Maar ik leerde ook dat je post gewoon niet wordt bezorgd als je niet een plakkertje met je naam naast je brievenbus hebt hangen.
Ik had natuurlijk al wel een Franse achtergrond, maar pas als je al die geschiedenissen van de stad leert kennen, als je de couleur locale leert doorgronden, word je er daadwerkelijk onderdeel van en leer je er van te houden.
Ik moest regelmatig terug naar Nederland in verband met fotografieopdrachten, want ik moest ook geld verdienen en in Frankrijk was dat lastig.
Ik zag er steeds meer tegenop om terug naar Nederland te gaan en had binnen de kortste keren heimwee. Als ik dan weer terugkwam in Parijs had ik letterlijk het gevoel: ik ben weer thuis!
Als ik ’s avonds arriveerde en het al donker was, nam ik vaak bewust een taxi naar huis, om via een mooie route te kunnen genieten van de Seine, de Eiffeltoren, de lichtjes. Je kunt wel zeggen dat ik in ruim een jaar tijd verslaafd ben geraakt aan Parijs.
Toch moest ik er op een gegeven moment voor kiezen om terug te gaan naar Nederland. Er was in Frankrijk domweg te weinig werk voor me en wonen in Parijs vergt een hoge levensstandaard. We woonden in Auteuil in het 16e Arrondissement en dat is een dure, chique wijk. De oudjes dragen er Chanel en de kinderwagens worden er voortgeduwd door kindermeisjes uit Mauritius en andere Franse overzeese gebiedsdelen. Ik had kunnen en ook wel willen blijven, Caroline had ook genoeg geld om ons samen te onderhouden, maar in de Franse cultuur is dat niet ‘comme il faut’. En het was ook mijn eigen eer te na om op Carolines zak te leven. Ik wilde gewoon voor mezelf kunnen zorgen. Het idee was dat ik in Nederland een flatje zou huren en behoorlijk wat geld zou kunnen verdienen met mijn fotografie, en dat ik na één, hooguit twee jaar weer terug zou zijn.
Wat we niet konden voorzien is dat Caroline in die periode ernstig ziek werd. Ik ben toen heen en weer blijven reizen en heb haar begeleid van en naar het ziekenhuis en bij haar behandelingen. Maar ik woonde natuurlijk op dat moment niet bij haar. En als je niet meer bij elkaar bent, groei je ook uít elkaar. En dat gaat nog tien keer zo hard als iemand zo ziek is. Caroline is buiten Parijs gaan wonen, in de buurt van Versailles, en ze is in 2019 overleden.
Door die gebeurtenissen ben ik niet meer definitief teruggekeerd naar Parijs. Je weet natuurlijk nooit zeker hoe dingen zouden zijn gegaan, maar ik denk dat als Caroline gezond was gebleven we gewoon nog samen waren geweest. In óns Parijs.
Terugkijkend durf ik wel te zeggen dat Caroline een heel grote liefde is geweest en dat ze mijn leven heeft veranderd. Mijn liefde voor Parijs is niet los te koppelen van mijn liefde voor Caroline. Ik ben in hart en nieren Parisien geworden en dat heeft zíj in mij wakker gekust.’

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Over

Jan van Vliet

Jan van Vliet

Zijn naam is J. van Vliet. Jan voor intimi, een Rotterdamse dichter. Waarom dichter? Uit noodzaak. Dichter word je niet, dat ben je.
In zijn geval de trotse maker van een tweedelige, in eigen beheer gepubliceerde dichtbundel:
‘Waar het hart klopt’ en Thuishaven’.
In totaal 46 gedichten met bij elk gedicht een lino van Marjon Euser.

Bestel mijn dichtbundel
Winkelwagen
Scroll naar boven