Zomer

Het was volop zomer. En het was warm. Zeg maar gerust heet. Bloedheet. Zo heet, dat als er in de stad nog mussen zouden voorkomen, ze massaal dood van het dak zouden vallen. Maar er waren geen mussen. Er waren voornamelijk stadsmeeuwen. Van het soort dat aan komt vliegen, je patat pikt, de boel onder schijt en weer vertrekt. Als je trek in patat zou hebben althans. Maar patat, bij deze temperatuur. Hij moest er niet aan denken.
Man, wat was het warm. Heet. Bloedheet. Zo heet dat er verder geen mens op straat was. Ze keken wel uit, de mensen. Die zaten met alle ramen en deuren potdicht, de gordijnen gesloten, tegenover wild draaiende ventilatoren, in hun huiskamers. Of op hun werkplekken met airco in hun grootsteedse kantoortorens, waar ze bijna iedere dag overwerkten. Niet omdat ze hun werk zo leuk vonden, maar omdat het de enige plaats was waar nog enige verkoeling kon worden gevonden.
Maar hem deerde het allemaal niet. Sterker nog, van hem mocht het de hele zomer zo blijven.
Warm. Heet. Nee, bloedheet. Want hier liep hij. Nee, flaneerde hij, door de straten van de stad. De verlaten straten van de stad.
Gebruind, subtiel opgemaakt, op zijn hoogste hakken, in zijn nieuwste zomerjurk, zijn zomerjas nonchalant over zijn linkerschouder geslagen, zijn Gucci-tas losjes over zijn rechterschouder hangend. Wat hij al die tijd slechts had gedurfd in de beslotenheid van zijn eigen huis, voor de spiegel in zijn slaapkamer. Maar nu, nu de kans minimaal was dat hij in het openbaar iemand zou tegenkomen, durfde hij als zijn diep vrouwelijke zelf naar buiten te treden. Letterlijk. Nog nooit had hij zich zo goed gevoeld, zo thuis bij zichzelf.
En de vooruitzichten waren goed. Nog zeker twee weken een hittegolf. Hij zou elke dag in een mooi nieuw setje en met bijpassende make-up de straat opgaan. En wie weet; als hij er eenmaal aan gewend was zou hij het in het najaar, als de mensen weer naar buiten kwamen, misschien ook een keertje durven.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Over

Jan van Vliet

Jan van Vliet

Zijn naam is J. van Vliet. Jan voor intimi, een Rotterdamse dichter. Waarom dichter? Uit noodzaak. Dichter word je niet, dat ben je.
In zijn geval de trotse maker van een tweedelige, in eigen beheer gepubliceerde dichtbundel:
‘Waar het hart klopt’ en Thuishaven’.
In totaal 46 gedichten met bij elk gedicht een lino van Marjon Euser.

Bestel mijn dichtbundel
Winkelwagen
Scroll naar boven