‘Met de belastingdienst, al onze medewerkers zijn in gesprek…’
Na zes minuten ritmische herhaling van dezelfde tekst krijg ik een bandje met een mannenstem die me om mijn Burgerservicenummer vraagt. Interessante vraag want ik bel om er één aan te vragen. Maar hij blijft het vragen dus ik tik een willekeurig nummer in en de stem is nu bevredigd. Ik mag door naar de volgende ronde en krijg keuzeopties, vijf stuks. Ik ga voor optie vijf en krijg een menu met vier opties, ik kies vier en daarna krijg ik twee opties; optie twee dan maar.
Nu krijg ik een medewerker die vraagt wat ik wil.
Ik vertel het haar en ze zegt dat ze me door gaat verbinden naar de juiste afdeling. Waar zijn al die keuzeopties dan voor vraag ik me af. Ik krijg weer die stem die zegt: ‘Al onze medewerkers zijn in gesprek.’ Uiteindelijk neemt er toch iemand op: ‘Met de belastingdienst, afdeling buitenland.’
‘Dag, ik wil als gemachtigde een BSN aanvragen voor iemand in het buitenland. Kan dat en welke documenten moet ik dan aanleveren?’
‘Goh, geen idee, het lijkt me wel dat dat kan maar ik weet het niet zeker. Ik ga het even aan een collega vragen. Ik zet u even in de wacht.’ Na vier minuten hangen komt ze terug.
‘Wij vermoeden dat het wel kan en u moet die en die papieren naar ons opsturen.’
‘We vermoeden? Ik spreek toch met de Helpdesk?’
‘Jawel, maar we weten het niet.’
‘Is er dan niemand die het wel precies weet?’
‘Nee.’
‘Oh, en wat is de bedoeling van formulier x dat ik mee moet sturen?’
‘Dat weet ik niet.’
Ik hang op.
Na week lang papieren bij elkaar harken stuur ik een pak papier op met de dikte van een telefoonboek.
Na een paar dagen bel ik om te vragen of alles in goede orde ontvangen is.
‘Met de belastingdienst, al onze medewerkers zijn in gesprek.’ Het bandje weer, ik ga opnieuw voor een fictief nummer, keuzeoptie vijf, dan vier, dan twee en krijg een medewerker aan de lijn.
‘Heeft u mijn aanvraag ontvangen en krijg ik daar een ontvangstbevestiging van?’
‘Een bevestiging? Nee, dat doen we niet.’
‘Hoe weet ik dan of het binnen is?’
‘Als u het op de post heeft gedaan zal het heus wel. Na acht weken ontvangt u bericht en dan weet u toch vanzelf dat het behandeld is? Gewoon even geduld.’
En als u na acht weken toch geen reactie heeft moet u het maar even opnieuw insturen.’
‘Even? En dan? Weer acht weken wachten, met kans op herhaling, bureaucratisch vagevuur zo wel…’
‘Ja, zoiets, heeft u verder nog vragen? Nee? Fijne dag.’
Als de acht weken om zijn bel ik op.
‘Met de belastingdienst, al onze medewerkers…’ vijf, vier, twee, medewerker.
‘Is de aanvraag behandeld?’
‘Ik ga het even navragen, ik zet u even in de wacht.’
Zes minuten later… ‘Ja hoor, mijn collega’s hebben uw aanvraag verwerkt.’
Dat valt me niet tegen. ‘Mooi, dan krijg ik één dezer dagen de beslissing per post?’
‘Nou dagen, twee weken nemen we voor het versturen van post.’
‘Maar op de site staat dat de totale behandeltermijn niet langer dan acht weken bedraagt.’
‘Klopt, maar dat is buiten de verzending van de post.’
‘Dus zo’n aanvraag duurt tien weken, geen acht.’
‘Hoe u onze site interpreteert is aan u, maar u ziet de post vanzelf wel een keer verschijnen.’
‘Een koelkast uit Engeland kan binnen vierentwintig uur op je mat staan maar een brief van de belastingdienst duurt twee hele weken?’
‘Ik ga niet met u in discussie over de werkwijze van de belastingdienst, als het u niet bevalt dient u maar een klacht in.’
‘Zal ik doen, wat is het e-mailadres?’
‘Dat kan alleen per post, de behandeltermijn bedraagt zes weken.’
‘Ik krijg zeker geen bevestiging?’
‘Nee, en als ik u was zou ik maar blij zijn dat de aanvraag is behandeld, beter een halfvol glas dan een leeg glas. Toch? Nog vragen? Nee? Nou, fijne dag.’
Twee weken later, geen post…
Ik bel weer terug, doe mijn keuzedansje en herhaal tegen de medewerker wat zijn collega heeft gezegd.
‘Oh, maar de termijn is vier weken hoor, geen twee…’
‘Ja maar, je collega…’
‘Daar kan ik ook niks aan doen, ‘t is vier weken.’
‘Jullie zeggen allemaal wat anders of weten het niet.’
‘Ik wel hoor, ik heb het opgezocht dus ik heb gelijk.’
‘Dus de acht weken gaan nu naar twaalf?’
‘Ja, nou ja, eigenlijk wel. U krijgt gewoon binnen vier weken post tenzij u op een lastige eiland woont, dan duurt het langer.’
‘Ik woon midden in Rotterdam.’
‘Dan komt het vast goed, tenzij de post kwijtraakt natuurlijk…’
Ik hang op, een beetje moedeloos.
Maar het komt toch goed, na nog drie weken ligt de felbegeerde brief op de mat. Bij de buren weliswaar, maar ach, kniesoor…
Leuker kunnen we het niet maken…
1 gedachte over “Belastingdienst”
Jah! Goed geregeld! 😂👍