Chippendaledwergen

Enige tijd geleden was er ophef over de remake Sneeuwwitje en de zeven dwergen, dit bracht mij een herinnering terug aan de periode dat ik meerdere keren als Chippendaledwerg heb opgetreden in Zoetermeer. Eén van de meer surrealistische ervaringen in mijn leven. Want hoewel ik in één van de banlieues van Den Haag ter wereld ben gekomen (Leidschendam) woonde ik vanaf dag 2 van mijn bestaan in Zoetermeer. Na een paar verhuizingen binnen netnummergebied 079, woonden we in Rokkeveen, een buurt met op dat moment alleen maar kleurgerelateerde straten. Zo woonden we zelf op het Nevelgrijs, had ik vriendjes wonen op de Paletsingel, moesten we gymmen op de Groen-Blauwlaan en ging ik naar school op het Marsgeel.
Deze school, “het Spectrum” genaamd, bestond nog maar een paar jaar toen ik daar in groep 5 terecht kwam. De jaren tot groep 8 gingen tamelijk onbekommerd voorbij.
In groep 8 zelf kregen we te maken met een docente genaamd “juf Monique”. Een hele aardige vrouw, met een enigszins opmerkelijk voorkomen, die graag harde grappen maakte over je eigen tekortkomingen als je iets zei over haar stekeltjeshaar of haar niet geringe omvang.
Normaliter koop je als school een afscheidsmusical in, maar juf Monique bedacht de musical ieder jaar graag zelf, samen met haar vrienden van de atletiekvereniging.
Het waren elk jaar bijzonder originele producties in de aula van onze school, die je verder nergens anders in Nederland kon aanschouwen. Niet geheel zonder reden.
Voor de afscheidsmusical van mijn groep 8, hadden juf Monique en haar atletische vrienden, voor dat jaar vier persiflages op bestaande sprookjes bedacht. Zo kon elk kind uit de klas een leuke rol krijgen. En voor de kinderen die normaal gesproken een boom, of een struik zouden zijn, was de Technische Dienst bedacht. Mijn beste vriend Martin mocht bijvoorbeeld het licht aan en uit doen.
Ikzelf had twee rollen. Eén als fotograaf in een verhaal van een variant op Assepoester, en één rol in het verhaal ‘Roodhaartje en de 7 Chippendaledwergen’.In die tijd, 1994, waren de Chippendales (en variaties op deze striptease act) namelijk enorm ‘hot’ in Nederland. Wij hadden thuis De Telegraaf en aangezien ik graag las, las ik in die jaren ongeveer elke week wel ronkende verhalen over hitsige huisvrouwen wier ogen (en meer) zich tegoed deden aan strakke mannenlijven die zich in tal van theaters in Nederland langzaam uitkleedden.
Uiteraard vond ik het vreselijk, niet in de eerste plaats omdat ik destijds ook al niet zo groot was en dus wel begreep dat ik op maat gemaakt was voor deze rol.Vijf minuten na de rollenverdeling zaten Ali, Michel, Chung-You, ik en drie andere jongens die de pech hadden vertraagd te groeien, in deze striptease act van minderjarigen.
En dat was precies zoals je je er nu wellicht bij voorstelt; ieder van ons had van die witte boordjes voor om de polsen (speciaal gemaakt door de moeder van mijn klasgenoot Bob), een vlinderstrikje, een knapzakje en een puntmutsje.
Het hoogtepunt van het verhaal van Roodhaartje -gespeeld door Christel, met een rode pruik op- en de Chippendaledwergen, was dan ook het moment waarop wij als dwergen ten tonele verschenen. Gekleed in makkelijk zittende T-shirts en dito spijkerbroeken liepen we in een kleine optocht een rondje over het podium totdat we alle 7 naast elkaar gingen staan. Vervolgens gingen we, onder luid gejoel en begeleid door het nummer “You can leave your hat on” van Joe Cocker, onszelf uitkleden.
Eerst vloog het puntmutsje door de lucht en daar gingen onze T-shirts en broeken uit. Aangestaard door talloze grote kleuterogen en aangemoedigd door klappende ouders stonden we daar dan in onze zwembroek (model Speedo), witte boordjes en vlinderstrik terwijl we met onze knapzakjes door de lucht zwaaiden. Niet te hard, want anders gleed de zakdoek van mijn vader van de knapzak af. Met name ons optreden voor de overblijfmoeders leidde tot een enorme hilariteit onder het publiek.
Het liefst was ik natuurlijk ter plekke door de grond heen gezakt, maar door alle verwoede inspanningen van de Technische Dienst om het sterkste podium ter wereld te bouwen, was dit volstrekt onmogelijk.
Tegenwoordig zou deze musical natuurlijk volstrekt ongepast zijn geweest en had dit binnen een paar dagen tot nationale ophef geleid, inclusief demonstraties voor de deur. Maar toen niet. De 7 Chippendaledwergen mochten in de zomer van 1994 in totaal drie keer probleemloos optreden.
Van de andere betrokkenen – zowel mijn klasgenoten als het publiek – weet ik het niet, maar ik heb er verder geen noemenswaardig trauma aan over gehouden.
Alleen dat nummer van Joe Cocker. Dat kan ik nog steeds niet uitstaan.

Laat een reactie achter

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Over

Robert Krom

Robert Krom

Na een roemruchte carrière als pretparkmedewerker en luikjesbediener bij de Kijkshop doet Robert het tegenwoordig rustiger aan en woont hij met zijn gezin in een zeven-onder-een-kapwoning nabij Den Haag. In zijn vrije tijd schrijft hij af & toe verhalen over hetgeen hij meemaakt.

Winkelwagen
Scroll naar boven