Het was hem deze keer eindelijk gelukt. Hij was gestopt.
Meer dan dertig jaar had hij gerookt als een stoomboot, maar hij kreeg een steeds grotere hekel aan zichzelf. Hij ging rochelend naar bed en stond rochelend weer op.
Als hij op een verjaardag was, of uit eten met vrienden, vond hij zichzelf als enige van het hele gezelschap terug op het balkon, of bij stromende regen onder de luifel van het restaurant, alleen omdat hij zijn rokertje niet een paar uurtjes kon missen. Wat vond hij zichzelf dan een loser!
Hij had nicotinepleisters en een gezinsverpakking kauwgom gekocht en hij had zijn laatste voorraadjes shag en sigaretten weggegooid, na ze uit voorzorg eerst onder de kraan te hebben gehouden. Daarna was hij gaan schoonmaken, dagenlang.
Want pas op dat moment realiseerde hij zich voor het eerst ten volle hoe zijn woning naar rook was gaan stinken, hoe geel de muren waren geworden van de eeuwige dampen. En hoe hij vervolgens ongemerkt de boel verder had laten verslonzen. Zelfs na de tiende dweilbeurt van zijn badkamer en zijn toilet kleurde het sop nog bruin en het kostte hem meer dan een week dagelijks boenen met zuiver chloor voordat de verwaarloosde voegen tussen de tegels weer enigszins naar gebroken wit neigden.
Maar wat was het een doorslaand succes geworden! Het gerochel was verdwenen, hij was steeds minder kortademig, zijn dagelijkse maaltijden produceerden smaken en geuren die hij sinds lang vergeten was en zijn huis oogde schoner en frisser dan ooit. Een globale berekening leerde hem bovendien dat hij per maand ten minste 120 euro zou uitsparen.
Hij ging er eens lekker voor zitten, op zijn stoffen bank die sinds kort weer gewoon naar stoffen bank rook en niet langer naar teer en nicotine. Hij schonk zichzelf een wit wijntje in, dat had hij wel verdiend. Toen vond hij tussen de kussens van de bank een nog halfvol pakje sigaretten.
Waar rook is is vuur
Over

Jan van Vliet
Zijn naam is J. van Vliet. Jan voor intimi, een Rotterdamse dichter. Waarom dichter? Uit noodzaak. Dichter word je niet, dat ben je.
In zijn geval de trotse maker van een tweedelige, in eigen beheer gepubliceerde dichtbundel:
‘Waar het hart klopt’ en Thuishaven’.
In totaal 46 gedichten met bij elk gedicht een lino van Marjon Euser.