Marjolijn (1953)

‘Ik was voor het eerst verliefd toen ik acht was, op een meisje. We hebben elkaar een keer uitgekleed en elkaar uitgebreid lichamelijk onderzocht. Aan de tijd daarna heb ik geen herinneringen, dus ik vermoed dat we niet meer met elkaar mochten spelen. Mijn leven lang bleef ik verliefd op meisjes.

Mijn moeder las Sextant, het tijdschrift van de Nederlandse Vereniging voor Seksuele Hervorming. Ze verstopte het blad op haar slaapkamer. Maar ja, je weet dat het er ligt, dus je vindt het toch wel. Ik heb toen wat gelezen over homoseksualiteit en aan mijn moeder gevraagd wat dat precies was. Ik heb haar denk ik enorm overrompeld met die vraag. Het enige wat ze dan ook zei was: ‘’Dat weet ik niet hoor.’’ Ik heb mijn moeder nooit meer iets gevraagd. Jaren later, toen ik allang volwassen was, heb ik haar pas verteld dat ik homoseksueel was, maar dat we het er verder niet over hoefden te hebben. Mijn moeder had drie homoseksuele kinderen, dat heeft ze denk ik wel vervelend gevonden.

Toen ik rond de twintig was werd ik heel erg verliefd op een meisje dat ook Marjolijn heette. Zij zat op het conservatorium waar mijn zusje ook op zat. Tot mijn vijftiende heb ik blokfluitles gehad maar daar was ik mee gestopt. Om een paar jaar later bij Marjolijn weer les te nemen. Ik koos toen voor de altblokfluit, dat geluid vind ik mooier dan dat van de sopraanblokfluit. Van het één kwam het ander. Het ging heel natuurlijk, het was erg leuk. We woonden allebei in Utrecht en na verloop van tijd ben ik in hetzelfde huis gaan wonen als zij. Uitgaan deden we in Amsterdam, samen de kroegen af op het Leidseplein. We zwierden aan lantaarnpalen, deden gek samen, we hadden veel lol. Ik voelde me senang bij haar en ik denk zij ook bij mij. Op een dieper niveau wist je gewoon; ik hoor bij deze persoon. Je voelt je goed bij iemand, iemand ruikt goed, lichamelijk was het goed en we deelden een gezamenlijke belangstelling voor boeken.

De liefde voor boeken is er nog steeds bij mij en volgens mij bij haar ook. We hebben nog contact, ik heb met bijna al mijn liefjes nog contact.  Met Marjolijn raakte het uit toen ik naar België wilde. Ik ging tropische geneeskunde studeren aan het Prins Leopold Instituut in Antwerpen. Het was iets wat ik heel graag wilde. Ik was altijd dienstbaar geweest en nu wilde ik iets voor mezelf doen. Thuis waren we katholiek en vanaf mijn zesde wilde ik al voor de missie werken. Uiteindelijk ging ik naar Oeganda om daar te wonen en te werken. Later ben ik ook naar Ethiopië geweest.  Marjolijn had denk ik een leven samen voor ogen. Ze was heel verdrietig door mijn beslissing. Ik was haar eerste echte vriendin, misschien vond ze het daarom ook zo moeilijk. Ik vond het ook moeilijk maar niet zoals zij. Ze was niet mijn eerste vriendin maar wel degene waar ik heel erg verliefd op was geweest.

Maar ik wilde mezelf ontwikkelen en ben vertrokken. Als we elkaar nu tegenkomen voel ik dat ik nog steeds heel veel van haar hou. Maar we moeten niet samen zijn. We lopen niet in de maat; zij is een vierkwartsmaat, ik ben een driekwartsmaat. Toen ik weer terug was in Nederland ben ik in de verpleging gaan werken. Daar kreeg ik last van de sociale druk in die kringen. Privé kon ik prima uitkomen voor mijn homoseksualiteit maar op mijn werk voelde ik me niet vrij genoeg.

Ik ben twee keer getrouwd met een man, in beide gevallen was het huwelijk niet succesvol. Ik heb met mijn tweede man twee kinderen gekregen dus het heeft ook iets goeds gebracht.

Er zijn meerdere liefdes geweest in mijn leven, maar als ik terugkijk denk ik dat Marjolijn misschien wel mijn grootste liefde was. Al is dat lastig te zeggen want iedere liefde heeft zijn eigenheid. Ik ben nu al heel lang gelukkig met Gerda.’

 

Laat een reactie achter

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll naar boven