In mijn onbewaakte ogenblikken
blijf ik jou maar tegenkomen.
In mijn slapeloze nachten
als ik waak voor mijn demonen.
Blijf ik jou maar tegenkomen.
In een vleug van jouw parfum
die mij grijpt in het voorbijgaan.
In de weemoed die het losmaakt
blijf ik jou maar tegenkomen.
In het fluisteren van de zachte wind
dat ik met moeite kan verstaan.
In de sporen die jij achterlaat
tot in mijn diepste dromen.
Ik blijf jou almaar tegenkomen.