Het is donker in de kamer, ‘ik zou een lamp aan moeten doen’. Het enige licht komt van de afzuigkap uit de half open keuken.
‘Ik zou ook de kurk op de fles moeten doen’, denkt hij. ‘Morgen is het weer vroeg dag en ik zit hier met een derde glas wijn in mijn hand’. Hij schenkt zichzelf nog eens in, morgen zien we wel weer.