Ze zitten samen in de huiskamer, allebei vijftig, een niet ontevreden echtpaar dat elkaar al zo lang kent dat de verrassingen uitblijven.
Zij houdt zich met hippe kleren en haren jong. Hij ook, maar doet het alleen omdat het van háár moet, waardoor het effect wat tegenvalt.
Het is zondagmiddag rond vier uur, de zon verwarmt de kamer en zet alles in een vriendelijk licht. Zittend op de strakke, leren designbank leest zij de Happinez en hij, in de hardgele bijpassende stoel, is verdiept in de zaterdagkrant.
‘Moet je ook niet eens wat doen aan meditatie?’ vraagt ze.
Hij zakt wat dieper achter zijn krant, want hij heeft geen zin in zen. ‘Je hebt een hele leuke kennismakingscursus hier vlakbij.’
‘Mmm’, zegt hij en denkt: in geen vijfhonderd jaar. Zeker een beetje in mijn navel staren en vieze thee drinken, in zo’n zachte broek waar je ballen in rondslingeren.
‘Toch zou het wel goed voor je zijn, je weet tenslotte hoe je kan doen.’
Nu legt hij de krant neer: ‘Hoe ik wat kan doen?’
‘Nou gewoon, zo dwars en opgefokt.’
‘Ik doe helemaal niet dwars en opgefokt, ik ben de ontspannenheid zelf.’
‘Oh, was dat een ontspannen blik toen ik je vanmorgen vroeg om de post van de afgelopen week even uit te zoeken. Ik zag je wel kijken hoor, en je ging zuchten.’
‘Ik zuchtte omdat bij jou alles meteen en wel nú moet gebeuren.’
‘Da’s hetzelfde, meteen en nu.’
‘Ga je me nu ook nog lopen verbeteren?’
‘Hoezo ook nog? Wat doe ik dan allemaal nog meer voor hinderlijks?’
‘Ik zeg niet dat je hinderlijk doet, maar je dramt gewoon soms nogal.’
‘Nogal zelfs, nou sorry hoor, ik probeer gewoon de kwaliteit van je leven te verbeteren maar als jij dat als hinderlijk ervaart, wat doe ik hier dan eigenlijk nog?’
‘Oh ja, gaan we op die toer, je kan hier nooit wat zeggen of je hebt meteen een drama.’
‘Ik doe weer dramatisch, nou, neem me niet kwalijk dat ik zelfs maar gedácht heb dat ik iets voor je kon betekenen, ga maar gauw weer je krantje lezen, anders heb je maandag weer niks om interessant over te doen op je werk.’
‘Om interessant over te doen op mijn werk? Ik probeer gewoon even te ontspannen. Weet je wat, ga jij maar lekker in je eentje met je zweeftijdschrift zitten, ik ga naar mijn eigen kamer. Dat gezeur.’
Hij staat op en gooit de deur achter zich dicht.
‘Zie je wel, ik zeg toch dat je dwars en opgefokt doet…’